IMAGES AND TEXT by Servaas Van Belle
PORIEN VAN DE HEL
Rocherath 2016. Het is muisstil. Ik ben de enige die lawaai maakt wanneer dorre takken onder mijn voet breken. Ooit kon dit hier mijn doodvonnis betekend hebben, nu is het enkel de echo van mijn zoektocht naar het verleden. Zo’n 72 jaar na het uitbreken van het Ardennenoffensief sta ik op een steenworp van de toenmalige Westwall tussen tientallen Duitse schuttersputten en Amerikaanse fox-holes, bestrooid met een flinterdun laagje sneeuw, als spinnenrag. Broederlijk naast mekaar ademen ze een triest verhaal.
Op 16 december 1944 om 5u29 was het langs de Amerikaanse kant van de frontlinie vermoedelijk even stil. Eén minuut later breekt over de 120km lange frontlinie totaal onverwacht de hel los. Het Ardennenoffensief is begonnen en zal zo’n 6 weken duren. Van Monschau tot Echternach tot nét niet aan de Maas in Dinant. In totaal worden tijdens die periode één miljoen manschappen geëngageerd. Aan beide zijden vallen meer dan 80.000 verliezen. Doden, gewonden, krijgsgevangen en vermisten. Dodelijke slachtoffers vielen er niet enkel door kogels. De bittere kou was een gemeenschappelijke vijand. Het waren barre omstandigheden die niet enkel de mens teisterde, maar ook de mechaniek. Wapens vroren vast en er op urineren was vaak de enige manier het ding terug aan de praat te krijgen. Urine als levenselixir. De Duitse veteranen die Stalingrad hadden overleefd zullen een zure flashback hebben ervaren. Amerikaanse troepen die in allerijl de frontlinie kwamen verdedigen hadden geen jassen, sommigen zelf geen wapens. Het enige dat hen wat bescherming bood waren in de haast uitgegraven putten, de zogenaamde fox-holes. Een ijskoude put kon het verschil betekenen tussen leven en dood. In oorlogstijd is moeder aarde je beste vriend.
De Ardennen ligt nog vol met restanten van deze fox-holes. Elsenborn, Rocherath, Sankt-Vith, Bastogne, Nothum, Hotton… om maar enkele plaatsen te noemen. Eenpersoonsputten, vooruitgeschoven tweemansputten, L-vormige putten op de flanken van de stelling, mitrailleursnesten, enz… Ook gigantische kuilen die dienst deden als commandopost met daarrond een handvol slaapputten voor de officieren. Niet ver daarvandaan een geïmproviseerde ehbo post. Sommige putten lijken nu onafgewerkte graven, andere dan weer zachte bedjes van mos. Elke put heeft zijn stilzwijgend verhaal. Koude, honger, vermoeidheid, ontbering. Kuilen vol emoties.
Meer dan 70 jaar na datum heeft de erosie z’n werk gedaan maar toch slaagt de natuur er alsnog niet in de herinnering te wissen. Honderden putten houden hardnekkig vol. Verspreid over het slagveld als voetafdrukken van de duivel. Als poriën van de hel.
Rocherath 2016. Het is muisstil. Ik ben de enige die lawaai maakt wanneer dorre takken onder mijn voet breken. Ooit kon dit hier mijn doodvonnis betekend hebben, nu is het enkel de echo van mijn zoektocht naar het verleden. Zo’n 72 jaar na het uitbreken van het Ardennenoffensief sta ik op een steenworp van de toenmalige Westwall tussen tientallen Duitse schuttersputten en Amerikaanse fox-holes, bestrooid met een flinterdun laagje sneeuw, als spinnenrag. Broederlijk naast mekaar ademen ze een triest verhaal.
Op 16 december 1944 om 5u29 was het langs de Amerikaanse kant van de frontlinie vermoedelijk even stil. Eén minuut later breekt over de 120km lange frontlinie totaal onverwacht de hel los. Het Ardennenoffensief is begonnen en zal zo’n 6 weken duren. Van Monschau tot Echternach tot nét niet aan de Maas in Dinant. In totaal worden tijdens die periode één miljoen manschappen geëngageerd. Aan beide zijden vallen meer dan 80.000 verliezen. Doden, gewonden, krijgsgevangen en vermisten. Dodelijke slachtoffers vielen er niet enkel door kogels. De bittere kou was een gemeenschappelijke vijand. Het waren barre omstandigheden die niet enkel de mens teisterde, maar ook de mechaniek. Wapens vroren vast en er op urineren was vaak de enige manier het ding terug aan de praat te krijgen. Urine als levenselixir. De Duitse veteranen die Stalingrad hadden overleefd zullen een zure flashback hebben ervaren. Amerikaanse troepen die in allerijl de frontlinie kwamen verdedigen hadden geen jassen, sommigen zelf geen wapens. Het enige dat hen wat bescherming bood waren in de haast uitgegraven putten, de zogenaamde fox-holes. Een ijskoude put kon het verschil betekenen tussen leven en dood. In oorlogstijd is moeder aarde je beste vriend.
De Ardennen ligt nog vol met restanten van deze fox-holes. Elsenborn, Rocherath, Sankt-Vith, Bastogne, Nothum, Hotton… om maar enkele plaatsen te noemen. Eenpersoonsputten, vooruitgeschoven tweemansputten, L-vormige putten op de flanken van de stelling, mitrailleursnesten, enz… Ook gigantische kuilen die dienst deden als commandopost met daarrond een handvol slaapputten voor de officieren. Niet ver daarvandaan een geïmproviseerde ehbo post. Sommige putten lijken nu onafgewerkte graven, andere dan weer zachte bedjes van mos. Elke put heeft zijn stilzwijgend verhaal. Koude, honger, vermoeidheid, ontbering. Kuilen vol emoties.
Meer dan 70 jaar na datum heeft de erosie z’n werk gedaan maar toch slaagt de natuur er alsnog niet in de herinnering te wissen. Honderden putten houden hardnekkig vol. Verspreid over het slagveld als voetafdrukken van de duivel. Als poriën van de hel.
PORES OF HELL
Rocherath 2016. It is quiet as a mouse. I am the only one making noise when barren branches break under my foot. Once this could have meant my death sentence here, now it is only the echo of my search for the past. Some 72 years after the outbreak of the Ardennes Offensive, I stand a stone's throw from the then Westwall between dozens of German foxholes and American fox-holes, dusted with a wafer-thin layer of snow, like cobweb. Brotherly side by side, they breathe a sad tale.
At 5.29am on 16 December 1944, along the US side of the front line, there was presumably a moment of silence. One minute later, all hell broke loose totally unexpectedly across the 120km front line. The Ardennes offensive had begun and would last some six weeks. From Monschau to Echternach to just short of the Meuse in Dinant. A total of one million troops are committed during that period. On both sides more than 80,000 losses occur. Dead, wounded, prisoners of war and missing. Fatalities were not just from bullets. The bitter cold was a common enemy. These were harsh conditions that plagued not only men but also mechanics. Weapons froze solid and urinating on them was often the only way to get the thing working again. Urine as an elixir of life. German veterans who had survived Stalingrad will have experienced an acid flashback. American troops who rushed to defend the front line had no jackets, some even no weapons. The only thing that offered them some protection were hastily dug-out pits, known as fox-holes. An icy pit could mean the difference between life and death. In wartime, Mother Earth is your best friend.
The Ardennes is still full of remnants of these fox-holes. Elsenborn, Rocherath, Sankt-Vith, Bastogne, Nothum, Hotton... just to name a few places. One-man pits, forward two-man pits, L-shaped pits on the flanks of the position, machine gun nests, etc... Also gigantic pits that served as command posts with a handful of sleeping pits for the officers around them. Not far from there a makeshift first-aid post. Some pits now look like unfinished graves, others then soft beds of moss. Each well has its silent story. Cold, hunger, fatigue, deprivation. Pits full of emotions.
More than 70 years after the date, erosion has done its work yet nature still fails to erase the memory. Hundreds of pits stubbornly persist. Scattered across the battlefield like footprints of the devil.
Rocherath 2016. It is quiet as a mouse. I am the only one making noise when barren branches break under my foot. Once this could have meant my death sentence here, now it is only the echo of my search for the past. Some 72 years after the outbreak of the Ardennes Offensive, I stand a stone's throw from the then Westwall between dozens of German foxholes and American fox-holes, dusted with a wafer-thin layer of snow, like cobweb. Brotherly side by side, they breathe a sad tale.
At 5.29am on 16 December 1944, along the US side of the front line, there was presumably a moment of silence. One minute later, all hell broke loose totally unexpectedly across the 120km front line. The Ardennes offensive had begun and would last some six weeks. From Monschau to Echternach to just short of the Meuse in Dinant. A total of one million troops are committed during that period. On both sides more than 80,000 losses occur. Dead, wounded, prisoners of war and missing. Fatalities were not just from bullets. The bitter cold was a common enemy. These were harsh conditions that plagued not only men but also mechanics. Weapons froze solid and urinating on them was often the only way to get the thing working again. Urine as an elixir of life. German veterans who had survived Stalingrad will have experienced an acid flashback. American troops who rushed to defend the front line had no jackets, some even no weapons. The only thing that offered them some protection were hastily dug-out pits, known as fox-holes. An icy pit could mean the difference between life and death. In wartime, Mother Earth is your best friend.
The Ardennes is still full of remnants of these fox-holes. Elsenborn, Rocherath, Sankt-Vith, Bastogne, Nothum, Hotton... just to name a few places. One-man pits, forward two-man pits, L-shaped pits on the flanks of the position, machine gun nests, etc... Also gigantic pits that served as command posts with a handful of sleeping pits for the officers around them. Not far from there a makeshift first-aid post. Some pits now look like unfinished graves, others then soft beds of moss. Each well has its silent story. Cold, hunger, fatigue, deprivation. Pits full of emotions.
More than 70 years after the date, erosion has done its work yet nature still fails to erase the memory. Hundreds of pits stubbornly persist. Scattered across the battlefield like footprints of the devil.
Like pores of hell.